ALGEMEEN > Klei - algemeen > Wat is nu juist het verschil tussen magere en vette klei?

Hallo.

Dit is mijn eerste post en misschien al meteen een domme vraag :)
Ik wou nou eens weten wat precies het verschil is tussen magere, half vette en vette klei. Wat is technisch het verschil (wat zit er meer of minder in) en wat zijn de eigenschappen.
Ik vraag dit om het volgende, wij zijn al een tijdje aan het experimenteren met het 3d printen van klei door middel van een machine die heel nauwkeurig dunne rolletjes klei (.3-.8mm) extrudeert en daarmee laag per laag objecten opbouwt. Nu is onze kennis van klei en keramiek eigenlijk iets te beperkt om verder te kunnen. We zijn ontwerpers die wel twee jaartjes avondschool hebben gedaan maar dat is toch net niet genoeg.
Normaal werkte ik met half vette klei maar nu had de winkel mij een keer magere klei mee gegeven om te proberen. Echter halverwege de print van een object zakte de hele boel in en dit had ik nog nooit meegemaakt, tenzij éénmaal toen een object erg topzwaar was. Deze magere klei lijkt ook meer te glanzen, iets wat ik zou associëren met 'vet'. Is magere klei veel plastischer? Kortom, wat is nou eigenlijk dat verschil...

Meer over het 3d print process:
http://www.unfold.be/pages/projects/items/l’artisan-electroniqu
www.unfold.be/pages/projects/items/3d-printer
http://unfoldfab.blogspot.com
gevraagd

11 antwoorden

  • Dag D
    fascinerend om te zien wat er op printergebied allemaal kan.
    kleideeltjes onder de microscoop bekeken zijn plaatjes.
    vergelijk het met plaatjes glas waar een waterfilmpje tussen zit, die plaatjes glijden makkelijk over elkaar.
    Kleideeltjes kunnen ook brokkelig zijn het lijkt dan meer op zandkorrels. Deze korrels glijden slecht over elkaar,

    de plaatjes zorgen voor meer binding de korrels niet.

    wanneer klei vooral uit een korrelstructuur bestaat is de klei mager, niet plastisch.
    wanneer de klei vooral uit plaatjes bestaat is de klei vet en zeer plastisch.

    Op het filmpje gezien dat de klei eerder als slib wordt gebruikt dan als boetseermassa. (klopt dat)
    In dat geval zou je de toepassing van een elektrolyt kunnen overwegen waardoor er minder water in de dunvloeibare klei zit.

    een andere overweging is als je spuit er niet door verstopt om papierklei toe te passen.
    vergelijk het met beton, klei kan heel goed drukspanning verdragen en heel slecht trekspanning.
    de papiervezels functioneren op dezelfde wijze als de wapening van beton.

    succes
    Hans

    beantwoord
  • Beste hans,

    Hartelijk dank voor je heldere uitleg. Hieruit zou ik echter begrijpen dat de half vette klei net sneller zou moeten inzakken dan de magere klei. Bij mij is het net andersom en zakt de magere als een pudding in elkaar.

    De klei is inderdaad geen boetseermassa, we maken hem zelf van poederklei en het is eigenlijk iets tussen slib en boetseermassa, vergelijk het met cocopasta (de was zachtere). Dat maakt het meteen ook lastig om te verwerken zonder luchtbellen.

    Ik denk dat ik toch eens met elektrolyt moet experimenteren, het is een balans die ik moet opzoeken tussen makkelijk extrudeerbaar (minder dan 6 bar luchtdruk bij voorkeur) maar toch genoeg stabiliteit van het geprinte object. Enigzinds vergelijkbaar met draaien op dat vlak.

    Ik heb een testje gedaan met de hand met klei die ik versterkt heb met celulose vezels. ben nou even aan het wachten wat het doet in de oven. Vond de textuur wel erg grof worden.
    beantwoord
  • D Verbruggen,
    Ik denk dat u Hans niet goed hebt begrepen. Vette klei heeft een sterkere technische binding dan magere klei. De microscopische schifertjes werken beter als binder dan een korrelige massa.
    Maar ik vrees dat dit nog maar de helft van het verhaal is.
    Klei, zowel als glazuur bestaat uit een base-vormend gedeelte, wat grotendeels instaat als smelt-agenten. Hoe meer basevormers hoe lager het smeltpunt. Dan hebt u het leeuwenaandeel ( in klei ) dat bestaat uit amfotéren en zuurvormende elementen. In hoofdzaak zal voor de amfotére groep dit Aluminiumoxyde zijn en voor de zuurvormende Siliciumoxyde. In hoofdzaak wordt de plasticiteit van klei , buiten de schilfer-grootte, bepaald door het percentage Aluminiumoxyde. Dit oxyde werkt als bindmiddel tussen de basevormende- en de zuurvormende oxydes ( elementen ). Hoe lager het Al²O³-gehalte, hoe " magerder" de klei en hoe korter het stooktraject. Al²O³ zorgt er ook voor dat klei hitte-schokbestendig is. Silicium is kwarts, en daar weten we van dat dit het hoofdbestanddeel is van glas. Glas is een goede warmte-isolator en gevoelig aan temperatuurschokken. Aluminium kookpotten, daar weten we van dat die de warmte goed en snel verdelen.
    Kijk dus uit naar een vette klei. Dit wil zeggen: Al²O³ > 20% en SiO² < 60%. Er zit wél een keerzijde aan. Dit type klei heeft een iets grotere krimp. U kan dit oplossen met er mulliet-poeder aan toe te voegen. Dit is poeder van kaolien dat verhit is tot 1400°C en uiteenvalt in vrije kwarts en Al²O³.SiO² ( mulliet ). Hierin zult u een evenwicht moeten zoeken hoe de verhouding voor uw toepassing moet zijn. Als iets niet helemaal duidelijk is, laat het ons weten.
    beantwoord
  • Beste Lucien,

    Hartelijk dank voor de technische uitleg. Ik begreep inderdaad uit Hans zijn verhaal van de plaatjes in vette klei die beter over elkaar glijden dat de klei daardoor plastischer zou zijn, had over het regeltje gelezen ivm de binding. Ik begrijp nu dat de schilfertjes een grotere 'cohesie' hebben (waarschijnlijk niet de goede term).
    Ik moet zeggen dat de magere klei ook iets meer aanvoelde als nat zand, als jullie begrijpen wat ik bedoel.
    Ik probeer het tweede deel ook te begrijpen, ik denk dat ik maar eens een grondige test ga doen met 3 soorten klei en eenzelfde object ga printen.
    Dit bevestigt nog maar eens dat keramiek artistieke chemie is :)

    Bedankt om dit verschil uit te leggen, helpt mij weer verder!

    Dries
    beantwoord
  • D Verbruggen, eerste stap is de klei-samenstelling bij uw leverancier aanvragen. Dan de Alu-Kwarts-verhouding vergelijken en nagaan hoeveel Fe²O³ (rood ijzerox.)en Mn²O (mangaan/bruinsteen) er nog bij zit. Dan pas kunt u aan de slag met stook-testen.
    beantwoord
  • Beste Lucien,
    Ik ga het eens navragen bij Willems in Wommelgem waar het vandaan komt. Het is KKL 034 poederklei.
    beantwoord
  • D Verbruggen, de herkomst is vermoedelijk www.wilgert.de , maar het analiyse die u nodig hebt. Op hun site kan u ook gelijk zien wat ze vette en magere klei noemen ( tabellen )
    beantwoord
  • Bent u zeker dat www.wilgert.de juist geschreven is want ik krijg geen website op dat adres.

    beantwoord
  • Sorry D., tikfoutje. Het moet zijn www.witgert.de
    beantwoord
  • De klei komt inderdaad van Witgert maar ze moesten even diep graven bij Willems om de juiste samenstelling te vinden (Erik, die het waarschijnlijk wist was op vakantie). Op de zakken staat 114 als referentie maar in de PDF van Witgert is dat een plastische massa, verder komt het wel redelijk overeen, witbakkend, halfvet en bij Kind of Supply staat Powder ook wel aangekruist.

    Samenstelling:

    SiO2: 74,1
    Al2O3: 21,1
    TiO2: 1,4
    Fe2O3: 0,9
    CaO: 0,2
    MgO: 0,2
    Na2O: 0,1
    K2O: 1,9

    Dus niet helemaal zeker maar ze zouden het nog opzoeken.
    beantwoord
  • D Verbruggen, Erik is de juiste persoon voor deze. Mijn voorkeur zou toch meer uit gaan naar de nummers 19, 22 en 26, indien deze in poedervorm verkrijgbaar zijn. U kan deze analyse op de site van Witgert zelf even vergelijken om meer inzicht en detaïls.
    beantwoord

Deze vraag is gesloten, er kunnen geen antwoorden meer aan worden toegevoegd.