ALGEMEEN > Klei - algemeen > Gietklei en glazuren
Als regelmatige bezoeker van dit forum is het me opgevallen dat er regelmatig vragen zijn betreffende glazuurproblemen en gietklei K 150. Ik heb dat zelf ook mogen ervaren.
Nu dan mijn vraag omdat de K 150 en K 153 toch de gietklei is die algemeen verkocht wordt.
Bestaan er "kant en klare"andere gietklei soorten of welke ervaring of tips hebben jullie
groetjes Sonja
Nu dan mijn vraag omdat de K 150 en K 153 toch de gietklei is die algemeen verkocht wordt.
Bestaan er "kant en klare"andere gietklei soorten of welke ervaring of tips hebben jullie
groetjes Sonja
15 antwoorden
-
Dat zou ik ook heel graag willen weten!
In mijn zoektocht naar een gietklei/glazuur-combinatie heb ik tot nu toe het volgende gevonden:
Terra Color maakt glazuurtesten op gietklei GW/SG-T (niet te krijgen in Nederland).
Sibelo raadt mij aan om gietklei White Body uit te proberen (dat moet ik nog doen, is in poedervorm). Ze gebruiken iig Duncan glazuur.
En Ingrid Wens schreef dat Welte KGG71 (transparant glanzend glazuur) goede resultaten geeft op K150. Ik vermoed dat Welte KGG71 eigenlijk craqueleert op gewone boetseerklei (maar dat is mijn aanname).
My 2 cents...
-
Probeer indien mogelijk een proefje mee te nemen op ongebakken (giet) klei.
Mijn ervaring is dat glazuur en klei beter op elkaar passen.
Kan alleen bij wat dikker werk omdat dun werk teveel scheurtjes veroorzaakt door het absorberen van water.
Frans -
Het gaat mij om het principe dat er gietklei wordt verkocht voor een bepaalde temperatuur en glazuur met een bepaalde stookmarge. Ik ben op de hoogte van glazuur/klei compatibiliteit maar dan nog. Misschien ben ik wel wat naïef maar je zou er toch vanuit mogen gaan dat een gietklei die door verkopers wordt aangeboden de kans de grootste succeskansen heeft binnen dat aangegeven temperatuurgebeid,zeker als je met de aangeboden kant en klare glazuren werkt.
Een andere klant en klare gietklei is moeilijk te verkrijgen waarbij men ook nog eens moet opletten dat hetzelfde spul onder andere namen/nummers wordt verkocht. -
Hallo Sonja,
Al eerder heb ik opgemerkt dat standaard kant-en-klare glazuren veelal afgestemd zijn op boetseerklei, klei met chamotte. Ik vermoed dat dit is omdat de meeste kleiers ook werken met dat soort klei. Het aanpassen van de gietklei op een glazuur voor boetseerklei is niet zo zinnig. Het is beter dat leveranciers glazuren gaan leveren speciaal voor gietklei. Maar, je kunt de kant-en-klare glazuren ook zelf aanpassen door toevoeging van een fritte met een hoog uitzettingscoëfficiënt zoals bv. 3701 (=14.51), tenminste als het een glanzend glazuur betreft.
Met groet www.michelkuipers.nl -
Michel,bedankt voor deze info .Nu begrijp ik de situatie beter .
Ik heb een project waarvoor ik hele reeksen glazuurproeven voor ga doen,in verschillende temperatuursgebieden. Mijn objecten ,die ik wil glazuren moeten met gietklei gemaakt worden omdat de objecten zo weinig mogelijk gewicht moeten hebben . Het moet nl een hangend object worden.
-
Hoi Sonja,
Zelf zou ik zeggen: test je glazuur niet gewoon op platte proeftegeltjes. Bij mij ging het altijd goed op tegeltjes (en mis met mijn werk). Ik ben overgestapt naar "proeftegels" met afwijkende vormen die mijn werk min of meer nabootsen. -
Dag Sonja,
Ik ben destijds, na soortgelijke klachten over glanzend glazuur op K150, excel gietklei in combinatie met duncan glazuur met mijn leerlingen op school gaan gebruiken.
Dit ging veel beter. Excel kocht ik bij Silex in Den Bosch, ik weet niet of dat nog kan.
Groeten van Petra van den Bos -
Hallo,
Voor zover ik het nu begrijp (ook na overleg met Sibelco Duitsland) bevat deze gietklei een hoog percentage silicium (goedkope grondstof!).
Dit geldt sowieso voor gietklei omdat te veel plastische bestanddelen het gietklei-procédé tegen zouden werken.
En silicium heeft nu eenmaal een relatief hoge warmte-uitzettingscoëfficiënt (o.a. kwartssprong).
Normaal gesproken klopt de bewering van Michel dat het doorgaans handiger is om glazuren aan te passen dan de klei.
Ik denk dat hier in dit geval een uitzondering voor gemaakt moet worden omdat het een telkens terugkerend probleem schijnt te zijn en bovendien deze klei door zijn vloeibare aard heel makkelijk aan te passen is.
Zelf ben ik bezig met proeven met toevoegingen van aluminiumoxide (bijv. 5%) in combinatie met een smeltmiddel.
Dit heeft al een heel behoorlijk resultaat.
Wellicht is iets méér nog beter.
Het smeltmiddel (bijv. nepheline syn.) pas ik toe om eventuele vrije kwarts in te bouwen, te binden en zo een mogelijke cristoballietsprong op lage temperatuur (scherpe breukranden) te omzeilen.
Aan een scheikundige onderbouwing van deze werkwijze waag ik me niet.
Zoals zoveel in ons métier berust e.e.a. louter op uitproberen.
Hoor graag anderen hierover!
Frans V.
-
Frans, ik ben blij dat jouw conclusie totaal aansluit met wat ik reeds veelvuldig heb aangehaald.men heeft geen hinder van de kwartssprong indien er voldoende Al²O³ t.o.v. SiO² aanwezig is. Al²O³ is ook de "koppelaar" tussen Basevormende- en Zuurvormende oxides ( smelters en glasvormers ). Zo gaat ook Al²O³ ervoor zorgen dat er een goede versmelting met het glazuur ontstaat. Klei met een hoog Al²O³ is wat prijziger dan Al²O³- arme klei. Kwarts is goedkoop.
Hoe men deze ' magere ' klei kan verrijken zijn er verschillende mogelijkheden. Ball clay (of kaolien) is het meest aangewezen, maar gaat smeltpunt-verhogend werken. Anderzijds, zelfs met deze verhoging, gaat de scherf mechanisch sterker zijn ( minder bros ). Om eventueel dit sinterpunt te verlagen, kan men er Nepheline-Syanide aan toevoegen, gezien deze minder SiO² bevat i.v.m. Natr.- en Kal.-veldspaat. Enkele % Bentoniet is ook gunstig. Verschillende testen zijn natuurlijk noodzakelijk. -
Hallo Frans,
Ik weet, het is een ingewikkelde materie. Maar ik moet je hier wel corrigeren, als je beweert dat Siliciumoxide een relatief hoge uitzettingscoëfficiënt heeft. Die van siliciumoxide is juist relatief laag, die van aluminiumoxide is 6,25 keer zo hoog.
De plotselinge krimp bij afkoeling, tijdens de kwartssprong, is een heel andere kwestie. Dat geldt ook voor de krimp bij afkoeling van cristobaliet bij ca 226 graden. Deze laatste sprong maakt dat je bij de afkoeling van een ovenlading de oven liever niet boven 150 graden moet openen. Een stuk dat reeds min of meer gesinterd is gebakken en opnieuw gestookt wordt, dient dan ook langzaam te worden opgestookt tot ca 250 graden.
-
michel je hebt gelijk. Ik zou tijden experementieren met calziumborat frit als extraBijlagen:
-
Hallo Peter,
Ben jij de Peter van mijn mini-oventje? Deze werkt als een tierelier, sinds ik de breuk in de kabel tussen oventje en regelkast heb laten repareren.
Met groet van www.michelkuipers.nl -
ja precies Michel!!!
-
Hallo Michel,
Natuurlijk heb je gelijk in het feit dat siliciumoxide een lage uitzettingscoëfficiënt heeft.
Maar ik denk dat dit alleen van toepassing is op SiO2 in gefuseerde toestand (amorf), zoals in een glazuur en in enige mate ook in klei.
Vrij silicium is cristallijn en kan verschillende formaties aannemen die samenhangen met bepaalde temperaturen en, volgens Hamer, ook druk.
Verandering van de ene in de andere fase gaat gepaard met volumeverandering (kwartssprong, cristoballietsprong).
Dit zijn dus inderdaad twee verschillende kwesties.
Maar ze kunnen in de oorspronkelijke vraag van Sonja beide aan de orde zijn, denk ik.
Vandaar mijn opmerkingen over aanpassing van de gietmassa.
Bij mij werkt dit en achter dit proefondervindelijke feit zal toch ook wel een theorie schuilen?
-
Frans, uit deze technische info kan men reeds het nodige afleiden:
www.kerafol.com/.../Keralpor_eng.pdf
Zoals ik reeds aanhaalde is het aandeel Al²O³ hier ook zeer van belang. Let ook op het aandeel Zirkoon, wat bedoeld is om de kwartssprong op te vangen. Zirkoon gaat krimpen op het ogenblik dat Silicium gaat uitzetten. ( eenvoudig gesteld )
Deze vraag is gesloten, er kunnen geen antwoorden meer aan worden toegevoegd.